Dit boek gaat uitgebreid in op de achtergronden van de problematiek van de stiefmoeder. Ook de ‘weekendstiefmoeder’ komt daarbij in beeld. Eigen ervaringen en soms negatieve gevoelens als stiefmoeder en stiefoma vormden het uitgangspunt voor de zoektocht die Addy Manneke ondernam.
Op den duur rees bij haar het vermoeden, dat de lastige kanten van het stiefmoederschap diepe wortels hebben in de menselijke natuur en geschiedenis. Zo analyseert zij de stiefmoedersprookjes op hun realiteitsgehalte – vroeger en nu – en hun psychologische betekenis. Zij kijkt ook naar de invloed van het ideaal van ‘de goede moeder’ op de stiefmoeder.
Ook de band van de vader met zijn kind(eren) wordt belicht. Hoe de invloed van de vorige verbintenis, waaruit kinderen zijn geboren, doorwerkt en hoe de stiefmoeder soms kop van Jut wordt. De auteur durft zich ook de vraag te stellen wat de negatieve gevoelens van de stiefmoeder over haarzelf en haar persoonlijke geschiedenis zeggen en hoe deze een vruchtbaar uitgangspunt voor verandering kunnen zijn.
Tenslotte zet zij in een praktische beschrijving op een rij wat stiefmoeders kan helpen voor het welslagen van hun stiefmoederschap.